Op zaterdag 24 november komen circa vijftig leden en belangstellenden bijeen in de Kim Clijsterszaal van het Stadhuis van Bree voor het 38e VLDN-congres. Het thema luidt: Dialecten, namen en geschiedenis in het Maaskempens-Breeërlands
Na de opening van het congres door voorzitter Michiel de Vaan neemt Rik van de Konijnenburg, erfgoedcoördinator van de stad Bree, het woord voor een historische inleiding in het themagebied: In het begin was er een gat … Hij bespreekt de ligging van Bree en de mogelijke oorzaken voor de stichting van de eerste nederzetting: er is geen bevaarbare waterloop aanwezig, maar Bree ligt wel aan het kruispunt van twee belangrijke landwegen, van zuid(oost) naar noord(west) en van west naar oost, langs de noordrand van de Kempen.
Kunsthistoricus Bert Stoffels behandelt als tweede spreker de Huisnamen in Groot-Bree. Hoewel hij zelf geen naamkundige is, heeft hij toch een overzicht samengesteld van de oudste en meest typerende huisnamen in Bree. Ook geeft hij een algemene inleiding in het verschijnsel huisnaam.
Lic. Jan Segers bespreekt De informele persoonsnaamgeving in de Oeterdorpen, gelegen ten zuidoosten van Bree. Hij biedt een uitputtende algemene inleiding in het verschijnsel naamgeving, en hoe het zich in de loop van de eeuwen ontwikkeld heeft. Voor de Oeterse dorpen geeft hij veel voorbeelden van bijnamen en toenamen en hun naamkundige achtergrond.
Na de Limburgse koffietafel vindt de algemene huishoudelijke vergadering plaats. Om 14 uur is iedereen klaar voor de stadswandeling onder leiding van plaatselijke gidsen. Ook in het 17e-eeuwse stadhuis zelf krijgen we een rondleiding.
De eerste middaglezing wordt gezamenlijk verzorgd door Véronique de Tier en Silvia Weusten, die enkele nieuwe Vlaamse en Limburgse dialectprojecten aan het publiek voorstellen. Daaronder is de Woordenbank van de Nederlandse dialecten (www.woordenbank.be), die woorden en betekenissen uit de regionale en lokale dialectwoordenboeken bijeenbrengt in een digitale database. Silvia Weusten toont de eerste resultaten van het project Spraakmakkers (www.spraakmakkers.be), waarin de taalvariatie in Belgisch-Limburg audiovisueel wordt vastgelegd.
Erevoorzitter Jan Goossens krijgt het laatste woord en hij gaat Met Kloeke op de fiets in het Breeërland. De spreker heeft de dagboeknotities van de dialectoloog G.G. Kloeke uit 1925 geraadpleegd, waarin hij verslag doet van een meerdaagse fietstocht van Valkenswaard naar Maastricht. Doel van deze reis was voor Kloeke het bepalen van de grenzen van de oostelijke uitspraak oe, en de westelijke ui (of varianten), voor de woorden huis en muis. Daarmee sloot Kloeke zijn onderzoek af naar deze klanken in het Nederlands, waaruit in 1927 de publicatie volgde van zijn beroemde studie “De Hollandsche expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche Nederlandsche dialecten: proeve eener historisch-dialectgeographische synthese.” Goossens legt aan het publiek de relevantie van dit onderzoek uit voor de Nederlandse en Limburgse dialectologie, en wat de achterliggende taalhistorische ontwikkelingen zijn geweest die tot de bestaande isoglossen hebben geleid.
De laatste lezing is om ca. 17.15 u. afgelopen. Burgemeester Jaak Gabriëls van Bree heet de aanwezigen nogmaals van harte welkom in Bree namens de gemeente. De lokale bard Piet Stinckens voert daarna in de Kim Clijsterszaal vier eigen liederen in het Brees dialect uit. Ter afsluiting van het congres volgt een borrel op de begane grond van het Stadhuis.