De studie van de Rijnlands-Limburgse toonaccenten heeft in de jongste tijd grote vooruitgang geboekt. Zopas is een uitvoerig artikel van René Jongen verschenen: De Rijnlandse toonaccenten in het Zuid-Nederfrankisch dialect van Moresnet (in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 82, 2010, p. 37-83). Moresnet ligt in een gebied dat bij korte klinkers vóór obstruenten een fonologische oppositie tussen sleeptoon en stoottoon heeft en dat onlangs in de masterscriptie van Roelf Welkenhuizen langs de westkant gedeeltelijk is afgebakend. Jongen slaagt er na een zorgvuldige analyse van de accentverhoudingen in het Moresnets in, een generaliserende regel te formuleren die het historische uitgangspunt van de hele Rijnlands-Limburgse accentverhoudingen beschrijft. Stoottoon kwam aanvankelijk voor in lettergrepen met langer aanhoudende stemhebbendheid, anders trad sleeptoon op. Deze aanvankelijke accentallofonie werd doorbroken door klankontwikkelingen die tot het ontstaan van opposities tussen beide accenten hebben geleid. Een niet gemakkelijk stuk, maar dan wel een waarvan de lectuur zeer is aan te bevelen. (jg)