Op zaterdag 26 november 2011 komen een zestigtal leden en belangstellenden bijeen in Hotel en Conferentiecentrum De Witte Hoeve te Venray voor het 37e congres van de Vereniging voor Limburgse Dialect- en Naamkunde met als thema: Het dialect van Venray en omgeving: Limburgs, Brabants of Pruisisch?
Na opening van het congres door voorzitter Michiel de Vaan neemt dhr. Rien van de Brand het woord voor een historische inleiding met als titel Venray tussen Maas en Peel. Grepen uit negen eeuwen geschiedenis (ca. 1100-2011). Hij schetst in grote lijnen de ontwikkelingsgeschiedenis van Venray tijdens het voorbije millennium.
Als tweede spreker heeft dhr. Gerard Lucassen het over Oude plaats- en veldnamen in Venray. Aan de hand van plaatsnamen van kapeldorpen en gehuchten in Venray en omgeving maakt hij een rondgang door het historisch landschap. Bij iedere plaats gaat hij dieper in op een of meerdere toponiemen die karakteristiek zijn voor dat gebied. Afsluitend geeft hij een beknopt overzicht van de ontstaans-geschiedenis van Venray, waarbij weer de toponiemen als uitgangspunt genomen worden.
De laatste spreker van de ochtendsessie is dr. Michiel de Vaan, die dieper ingaat op Verkleinde familienamen in Noord-Limburg in de 16e eeuw en nu. Familienamen op basis van een verkleinde roepnaam blijken in Limburg veel voor te komen en er zijn zelfs vrij veel namen die alleen in Limburg voorkomen. Vaak is de naam bovendien beperkt tot een bepaald deel van Limburg. In het algemeen zijn de verspreiding en de afstamming van die familienamen-uit-verkleinde-roepnamen in het Nederlandse taalgebied nog weinig onderzocht. In zijn lezing gaat De Vaan na welke familienamen-uit-verkleinde-roepnamen in Noord-Limburg voorkomen, waar ze vandaan komen, hoe zulke namen er in de 14e t.e.m. 17e eeuw uitzagen en wat die oudere namen ons leren over de ontwikkeling van familienamen-uit-verkleinde-roepnamen in Limburg.
Het voormiddagprogramma wordt afgesloten met de uitreiking van de eerste VLDN-Scriptieprijs van de Limburgse Taalkunde. Met die prijs wil de vereniging het onderzoek naar het Limburgs stimuleren. De beste inzending wordt beloond met 500 euro en een aanbod tot publicatie van een samenvatting in het Jaarboek. De winnaar van de scriptieprijs 2011 is dhr. Roelf Welkenhuizen met zijn masterproef De sjtö2p liegke i gene sjtö1b. Toonoppositie bij beklemtoonde korte vocaal vóór hedendaagse stemloze occlusief in de Zuidoostlimburgse dialecten aan de Université de Liège (promotor: prof. dr. J. Vromans). Hij neemt de prijs persoonlijk in ontvangst en licht de resultaten van zijn onderzoek kort toe aan de deelnemers van het congres. Daarna volgt een Limburgse koffietafel en een algemene huishoudelijke vergadering met verenigingsnieuws.
In de eerste lezing van de dialectologische middagsessie behandelt dr. Georg Cornelissen de Taal in en rond Venray in de 18e eeuw.
De laatste sprekers zijn drs. Frens Bakker en dr. Roeland van Hout, die het hebben over dialectgrenzen en dialectverandering in Noord-Limburg onder de titel: Bij Venlo of Venray? ‘Randmeting’ van het Kleverlands. Aan de hand van de SGV-enquête en de Reeks Nederlandse dialectatlassen wordt gekeken of er tussen 1914 en de jaren 50 in Noord-Limburg dialectveranderingen hebben plaatsgevonden. Daarvoor wordt uitgegaan van de zogenaamde Swadesh-lijst, een lijst van 207 elementaire woorden die vaak in taaltypologisch onderzoek wordt gebruikt. Het onderzoek brengt enkele interessante dialectontwikkelingen aan het licht, maar toont tevens dat de Noord-Limburgse dialecten in het begin van de 20e eeuw betrekkelijk weinig veranderd zijn.
Na de lezingen volgt een bezoek aan het psychiatrisch museum in Venray onder leiding van ervaren gidsen. De dag wordt afgesloten in restaurant de Tambourin van het museum waar de deelnemers van het congres een receptie wordt aangeboden door het stadsbestuur van Venray. Na een korte toespraak van dhr. H. Gilissen, burgemeester van Venray, kunnen de deelnemers van het congres genieten van een hapje en een drankje bij een muzikaal optreden van dhr. Bert Timmermans en mevr. Mirjam Aarts.