Op zaterdag 29 november 2014 verzamelden circa 50 leden en belangstellenden in het Gemeenschapshuis De Stip in Meerssen voor het 40e VLDN-congres. Het thema luidde:
Meerssen tussen ‘minsj’ en ‘sjpin’ in het overgangsgebied tussen Centraal- en Oostlimburgs (aan de ‘Panninger linie’).
Na de opening van het congres door voorzitter dr. Michiel de Vaan nam Drs. Frans Hovens het woord voor een historische inleiding: Meer dan een ‘plaats aan een moerassige beek’. Een kennismaking met het verleden van Meerssen. De spreker had allerlei kaartenmateriaal, foto’s en andere documenten in een boeiende Power-pointpresentatie gegoten. Daarin schetste hij in het kort de geschiedenis van Meerssen en Rothem, van de prehistorie tot ongeveer het jaar 1000 (de vroege middeleeuwen).
Dr. Pierre Bakkes sprak over: Meerssens dialect in het proza van Lamberts Hurrelbrinck (1856-1941). Na een aantal biografische en bibliografische gegevens over Hurrelbrinck trachtte hij op basis van publicaties van Endepols, Wehrens, Dorren, de SGV-enquêtes (1914), de studie van Tans (1938), de enquête van het Meertens Instituut (1947), de aflevering van de RND-atlas (1949-1950) en een studie van Nijsten (1998) een aantal kenmerken van het dialect van Meerssen op het spoor te komen, zoals de Panninger zijlinie, de evolutie van de l in de combinatie a + l + dentaal, de evolutie van -nd- en vooral de stijgende diftongen jè, -wa, -wè. Daarna ging hij in een aantal teksten op zoek naar het voorkomen van Meerssense, maar eventueel ook Maastrichtse of Valkenburgse kenmerken in teksten van Hurrelbrinck. Zijn conclusie was dat hij weinig typisch Meerssense kenmerken tegenkwam en waar hij ze vond, waren het kenmerken die ook in het Valkenburgs voorkomen, zoals de stijgende diftongen.
MA Mybeth Lahey behandelde Taalkundige aspecten van het gesproken Meerssens anno 2011. Zij schetste eerst de geluidsdata waarop ze haar onderzoek baseerde, vooral een interview met 2 Meerssense mannen (resp. 67 en 71 jaar), die in een spontaan gesprek enkele onderwerpen bespraken (wandelen, familie, vakantie, voetbal). De spreker illustreerde met voorbeelden uit dit interview een aantal verschijnselen uit het dialect van Meerssen: de stijgende diftongen, de Panninger linie enz.
Na de traditionele Limburgse koffietafel konden de leden tijdens de huishoudelijke vergadering kennis nemen van het verenigingsnieuws in verband met het laatste werkjaar. Daarna konden alle deelnemers even de benen strekken tijdens een wandeling waarbij de gidsen hen enerzijds met de Basiliek, anderzijds met de synagoge lieten kennismaken.
Tijdens de eerste lezing na de middag liet voorzitter dr. Michiel de Vaan ons kennismaken met: De toponymische nalatenschap van A. Schrijnemakers. Aan de hand van een groot aantal toponiemen uit de Codex Limburgse Toponiemen van A. Schrijnemakers, die onlangs is verschenen, illustreerde spreker nog eens de positie van de toponymie binnen de taalkunde maar ook als interdisciplinaire, multidisciplinaire wetenschap. Tevens wees hij aan de hand van voorbeelden op een aantal belangrijke aspecten bij het verklaren van toponiemen: het belang van oude vormen en van dialectvormen, de kennis van taalwijzigingen. Ten slotte verklaarde spreker nog een aantal oude namen uit Meerssen zelf.
Prof. dr. Leonie Cornips sprak in haar lezing over: Taalcultuur in Limburg: de sociale relevantie van dialect. Spreker begon met een kader te scheppen vanuit de generatieve grammatica, de sociolinguistiek, maar vooral de antropologie, waarbij ze taal ziet als een culturele constructie. Daarna onderzocht ze de relatie van regionale identiteit en taal om zo te komen tot de relatie tussen dialect en Limburg. Daarna onderzocht ze een aantal elementen die belangrijk zijn in de sociale relevantie van dialect in Limburg aan de hand van het liedje “Sjtómme Limburger” van Gé Reinders enerzijds, en de Limburgse vertaling van Harry Potter anderzijds. Zo illustreerde ze dat taalkeuze niet waardenneutraal is in de relatie tussen mensen en aanleiding geeft tot stereotypering op basis van taalvarianten: in het lied van Gé Reinders door de keuze voor Engels of Nederlands, in de Limburgse vertaling van Harry Potter door de verbinding van bepaalde personages met bepaalde plaatsen binnen Limburg met hun eigen dialect.
Na het congres werden de deelnemers nog ontvangen door het gemeentebestuur in het oude stationnetje van Meerssen, de polyvalente conferentie- en trainingslocatie Ontmoet Anna. (js)